WHOA-Roadmap Stap 2: Voorbereiding informatieverstrekking en stemprocedure
Met de WHOA kunnen de schulden van een onderneming die anders vermoedelijk failliet zal gaan, via een reorganisatieakkoord met de schuldeisers worden gesaneerd. Indien bij de vorige stap is geconcludeerd dat een WHOA-akkoord haalbaar zou kunnen zijn, kan verder worden gegaan met de voorbereiding. Er dient (grotendeels financiële) informatie verzameld en opgesteld te worden die het akkoord volgens de wet moet bevatten. In deze bijdrage zal voorts worden ingegaan op de stemprocedure.
Dit artikel maakt onderdeel uit van de serie “De route naar een WHOA-akkoord in de praktijk”, waarin middels een roadmap-voor-ondernemers in stappen wordt beschreven hoe een WHOA-akkoord tot stand kan worden gebracht. Wij gaan hierbij uit van de ‘eenvoudige’ variant, waarin u als ondernemer zelf (en niet via een herstructureringsdeskundige) het akkoord aanbiedt.
Informatieverstrekking
Bij het akkoord en het homologatieverzoek moet veel informatie en stukken worden gevoegd. Een deel hiervan zal beschikbaar zijn binnen de onderneming, maar een gedeelte ervan zal speciaal moeten worden opgesteld door de onderneming, de accountant, boekhouder of taxateurs. Dit is een aanzienlijke hoeveelheid werk die uiteraard ook tijd kost. Daarom dient reeds in deze fase begonnen te worden met het verzamelen en (laten) opstellen ervan. De rechtbank moet een verzoek tot homologatie afwijzen als het akkoord niet alle voorgeschreven informatie omvat (art. 384-2 sub c Fw).
Welke informatie in het akkoord dient te staan en daarbij als bijlagen moeten worden gevoegd, staat in art. 375 Fw en in het Landelijk Procesreglement WHOA zaken. In de bijlage die u onderaan dit artikel aantreft, hebben wij deze informatie voor u op een rij hebben gezet. Een aantal onderdelen daarvan zullen hieronder worden toegelicht.
Art. 375 Fw.
Volgens art. 375-1 Fw bevat het akkoord alle informatie die de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders nodig hebben om zich voor het plaatsvinden van de stemming een geïnformeerd oordeel te kunnen vormen over het akkoord.
Zo moet in het akkoord bijvoorbeeld de klassenindeling staan, de daarbij gehanteerde criteria, de financiële gevolgen van het akkoord per klasse. Er moet ook in staan hoe schuldeisers aan nadere informatie kunnen komen, wat de procedure voor de stemming is en wanneer er gestemd wordt.
In het akkoord moet de waarde staan die naar verwachting gerealiseerd kan worden als het akkoord tot stand komt (de reorganisatiewaarde; dat is de waarde van de onderneming aannemend dat het akkoord is gehomologeerd en uitgevoerd) en de opbrengst die naar verwachting gerealiseerd kan worden bij een vereffening van het vermogen van de schuldenaar in faillissement (de liquidatiewaarde). Door de reorganisatiewaarde en de liquidatiewaarde te vergelijken, kunnen de schuldeisers en aandeelhouders beoordelen of zij met het akkoord beter af zijn dan bij een faillissement. In verband met de hoge kosten zijn waarderingsrapporten van onafhankelijk deskundigen niet vereist.
In art. 375-2 Fw worden de bijlagen genoemd die aan het akkoord moeten worden gehecht. Om te beginnen is dat een overzicht van alle baten en lasten. Daarnaast moet een lijst van schuldeisers en aandeelhouders worden bijgevoegd met het bedrag van hun vordering / aandeel, of deze eventueel betwist wordt en in welke klasse zij zijn ingedeeld. Er moet een staat van baten en lasten worden bijgevoegd, informatie over de financiële positie, een toelichting op de financiële problemen, welke pogingen er reeds zijn gedaan om die op te lossen en welke herstructureringsmaatregelen genomen gaan worden. Als aan MKB-schuldeisers minder dan 20% wordt aangeboden, dient in een verklaring te worden uitgeled welke zwaarwegende grond daarvoor is.
Landelijk Procesreglement Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) zaken rechtbanken
De rechtbanken hebben op 24 november 2020 een Landelijk Procesreglement WHOA zaken rechtbanken vastgesteld. Dit procesreglement beoogt de werkwijze en werkprocessen van de verschillende rechtbanken in WHOA-zaken te harmoniseren.
Indien er nog geen eerdere verzoeken aan de rechtbank zijn gedaan en het verzoek tot homologatie van het akkoord het eerste verzoekschrift is, is om te beginnen artikel 2.3 Procesreglement van belang (zie de bijlage). Volgens art. 2.3.1. Procesreglement moeten het verzoek en de gronden waarop het berust duidelijk worden omschreven, moet de keuze tussen een openbare of besloten procedure worden vermeld, de grondslag voor de rechtsmacht van de rechter en diens bevoegdheid. Volgens art. 2.3.2. Procesreglement moet een KVK-uittreksel worden bijgevoegd, waarbij afhankelijk van het soort (rechts)persoon nadere vereisten staan. De rechtbank kan nog om toezending van aanvullende stukken verzoeken.
Is art. 6.2 Procesreglement staat wat een verzoek tot homologatie moet omvatten. Hierbij wordt om te beginnen verwezen naar de informatie bedoeld in art. 375 lid 1 en 2 Fw. Ook moet het stemverslag worden bijgevoegd. Op grond van art. 375 lid 2 sub d Fw moet aan het akkoord informatie over ‘de financiële positie van de onderneming’ worden gehecht. In art. 6.2.2. Procesreglement is uitgewerkt wat er valt onder informatie over ‘de financiële positie van de onderneming’. Kort samengevat gaat het om historische, actuele en vooruitkijkende informatie over de vermogenspositie (balans), de resultaten (verlies- en winstrekening) en de liquiditeit.
Stemprocedure
Volgens art. 375 lid 1 sub k Fw moet in het akkoord staan wat de procedure voor de stemming is en wanneer er gestemd wordt. De onderneming mag daarbij zelf bepalen wanneer en op welke wijze gestemd kan worden; dat kan schriftelijk of in een fysieke of d.m.v. een elektronisch communicatiemiddel te houden vergadering.
De procedure voor de stemming staat in art. 381 Fw. Aan de daar genoemde eisen moet zijn voldaan, omdat de rechtbank de homologatie van het akkoord anders af kan wijzen (384-2 sub c). Dat laatste kan ook, indien een stemgerechtigde voor een ander bedrag tot de stemming had moeten worden toegelaten. Volgens art. 381 Fw moet het akkoord ten minste 8 dagen voor de stemming aan de stemgerechtigden worden voorgelegd. Stemgerechtigd zijn schuldeisers en aandeelhouders van wie de rechten op basis van het akkoord worden gewijzigd. Schuldeisers en aandeelhouders van wie de rechten op basis van het akkoord niet worden gewijzigd, zijn dus niet stemgerechtigd. Art. 381 Fw bevat ook regelingen voor de situatie waarin iemand anders dan de schuldeiser of aandeelhouder economisch gerechtigd is tot een vordering of aandeel. Indien er verschillende klassen zijn, moet er in iedere klasse afzonderlijk een stemming plaatsvinden.
Ten slotte
Indien u vragen heeft over de WHOA, kunt u die stellen via kreikamp@btu-advocaten.nl . U kunt hier de tekst van de WHOA vinden.
Herman Kreikamp, 30 april 2021
Downloads
- Informatie en stukken bij het akkoord.pdf (319.56 kB)