Werkloosheidswet in strijd met de Insolventierichtlijn.
In de Werkloosheidswet is de loongarantieregeling opgenomen. Deze regeling houdt in dat het UWV de loonbetaling aan de werknemers voor een bepaalde periode overneemt als een werkgever failliet is verklaard. Om in aanmerking te komen voor de volledige loongarantieregeling stelt de Werkloosheidswet onder meer de voorwaarde dat iedere werknemer zich tijdig laat registeren als werkzoekende. Kan onze wetgever deze verplichting wel opleggen?
De loongarantieregeling is gebaseerd op de Insolventierichtlijn, die tot doel heeft een minimum bescherming te bieden aan werknemers. Met het oog op dat doel verplicht de richtlijn de lidstaten maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn om de onvervulde aanspraken van de werknemers te honoreren. Zo stelt de Werkloosheidswet de voorwaarde dat de werknemer zich als werkzoekende laat registeren bij het UWV. De werknemer, die werkloos is geworden, is tot die registratie verplicht uiterlijk op de eerste werkdag volgend na de eerste dag van werkloosheid. Laat de werknemer zich niet tijdig registreren, dan kan de werknemer gekort worden op zijn insolventie-uitkering.
In dat licht heeft de Nederlandse Centrale Raad van Beroep onlangs een prejudiciële vraag gesteld aan het Europese Hof van Justitie. Het ging in deze kwestie om een werknemer die zich niet tijdig als werkzoekende had ingeschreven. De werknemer was al jaren in dienst bij een onderneming, die in november 2006 failleerde. Na vruchteloze pogingen om zijn eigen bedrijf op te zetten meldde de werknemer zich in mei 2007 bij het UWV om een werkloosheidsuitkering aan te vragen. Aan het einde van die maand liet de werknemer zich als werkzoekende registeren, waarna hij pas in juni 2007 een verzoek tot een insolventie-uitkering indiende. Het UWV kende de uitkering toe. Tegelijkertijd verlaagde het UWV de uitkering met 20% op grond dat de werknemer zich niet tijdig als werkzoekende had laten registeren, ondanks het gegeven dat de werknemer een onbetwiste en een naar Nederlands recht erkende aanspraak had.
Het Europese Hof oordeelt dat de Insolventierichtlijn, mede gezien haar sociale doel, zich verzet tegen de eis van inschrijving bij het UWV. Kortom: het UWV kan de aanvragende werknemer niet korten, op grond van de in de wet geformuleerde eis tot registratie.
Lees het arrest van het Europese Hof hier.
En de Insolventierichtlijn op deze plek.