Mogelijke oplossingen voor ondernemers met liquiditeitsproblemen door coronavirus

Sinds medio maart 2020 de economie in sterke mate stil is gevallen als gevolg van het coronavirus, zijn er diverse regelingen getroffen om ondernemers tegemoet te komen. Ik heb geprobeerd om hieronder een praktisch overzicht te geven van de belangrijkste regelingen en mogelijke andere hulpmiddelen, waarbij veel hyperlinks staan zodat u hopelijk snel nadere informatie kunt vinden.



Bij dit overzicht heb ik een onderverdeling gemaakt tussen:



I) Tegemoetkomingen/subsidies (zoals de NOW-regeling)

II) Uitstel van betaling (door de Belastingdienst en banken)

III) Kredieten (zoals de verruimde BMKB-C regeling en GO-krediet. Daarna wordt nog ingegaan op

IV) faillissement en surseance van betaling.



I) TEGEMOETKOMINGEN / SUBSIDIES



I.A) Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW-regeling)

Als (tijdelijke) vervanging van de regeling voor Werktijdverkorting van het UWV, is per 6 april 2020 de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) in werking getreden. De NOW-regeling is bedoeld om werkgevers tegemoet te komen die te maken hebben met omzetverlies. Zie voor de regeling: https://wetten.overheid.nl/BWBR0043340/2020-04-04 en voor informatie van het UWV: https://www.uwv.nl/werkgevers/overige-onderwerpen/now/index.aspx .



De NOW-regeling is een loonkostensubsidie die (maximaal) 90% van de loonkosten (bij 100% omzetverlies) subsidieert voor een periode van drie maanden, met de optie tot verlenging met nog eens drie maanden. De loonkostensubsidie bedraagt 45% bij 50% omzetverlies en 22,5% bij 25% omzetverlies. De NOW-regeling geldt niet alleen voor werknemers met een vast contract, maar ook voor werknemers waarvoor geen loondoorbetalingsplicht geldt (met een flexibel contract, zoals oproepkrachten).

Een belangrijke voorwaarde is dat de werkgever géén ontslag voor de werknemers aanvraagt. Onder de NOW worden de werknemers volledig doorbetaald en verbruiken zij niet hun WW-rechten. Daarnaast is niet vereist dat de werknemers gedurende de tegemoetkoming via de NOW-maatregel stoppen met werken. Met de werkgever kan afspraken worden gemaakt of de werknemer (thuis) werk verricht.

Het UWV zal op basis van de aanvraag een voorschot verstrekken van 80% van de verwachte tegemoetkoming. Achteraf zal worden vastgesteld wat de daadwerkelijke omzetdaling is geweest en zal bij de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming en kan een correctie plaatsvinden.

Meer informatie over de NOW-regeling kunt u hier vinden: https://www.btu-advocaten.nl/nieuws/noodmaatregeloverbruggingwerkbehoud



I.B) ZZP-ers: Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (Tozo)

Zelfstandige ondernemers, waaronder ZZP-ers, met financiële problemen kunnen op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) via hun gemeente ondersteuning aanvragen in de vorm van een aanvullende uitkering voor levensonderhoud en/of voor bedrijfskapitaal (bedrijfskrediet). De uitkering voor levensonderhoud vult het inkomen aan tot het sociaal minimum. Op een lening voor bedrijfskapitaal kan een beroep worden gedaan om liquiditeitsproblemen op te lossen. De tijdelijke regeling is aanvullend op de overige maatregelen die worden getroffen in fiscaliteit en in de borgstellingssfeer voor ondernemers en is geënt op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). De verwachting is dat de AMvB Tozo omstreeks 17-20 april wordt gepubliceerd. In de tussentijd kan een voorschot worden verstrekt voor de uitkering levensonderhoud. Informatie over de ToZo kunt u vinden op: www.divosa.nl en www.vng.nl en op https://krijgiktozo.nl/ .



I.C) Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS)

Onderneming met maximaal 250 medewerkers in sectoren die het meest zijn geraakt door de kabinetsmaatregelen rond het coronavirus die schade lijden door gedwongen sluiting, de inperking van bijeenkomsten en/of het negatieve reisadvies buitenland, kunnen via de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (TOGS) vanaf 27 maart 2020 een eenmalige tegemoetkoming van € 4.000 per onderneming (dus niet per vestiging) ontvangen. Dit betreft een (eenmalige) gift, die dus niet terugbetaald behoeft te worden. Er mag geen verzoek tot verlening van surseance van betaling zijn ingediend bij de rechtbank. Ondernemers zijn vrij in het doel van besteding. De regeling staat open voor een specifieke groep ondernemers (afhankelijk van de SBI-code). Informatie hierover kunt u hier vinden: https://www.rvo.nl/subsidie-en-financieringswijzer/tegemoetkoming-schade-covid-19 .



II) UITSTEL VAN BETALING

II.A) Belastingdienst: Bijzonder uitstel van betaling

Ondernemers kunnen bij de Belastingdienst Bijzonder uitstel van betaling aanvragen tot i.i.g. 19 juni 2020 voor de betaling van een grote groep belastingsoorten (o.a. Loonheffing, IB, Zvw, OB, Vpb). Het verzoek om uitstel geldt (onder voorwaarden) tevens als melding betalingsonmacht. Het is tevens mogelijk om het bedrag van voorlopige aanslagen IB of Vpb te verlagen als er lagere winst wordt verwacht. De Belastingdienst heeft voorts tijdelijk de invorderingsrente en de belastingrente verlaagd. Bedrijven die personeel uitzenden, uitlenen of detacheren en g-rekeningen gebruiken, kunnen bij de Belastingdienst verzoeken om deze rekeningen te laten deblokkeren. De Belastingmaatregelen kunt u hier vinden: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/ondernemers/content/coronavirus-belastingmaatregelen-om-ondernemers-te-helpen 

II.B) Banken

Banken hebben uiteenlopende beleidsregels ingevoerd op grond waarvan het mogelijk kan zijn om uitstel van betaling te krijgen voor bijvoorbeeld rente en aflossingen.

Zie voor ABN Amro: https://www.abnamro.nl/nl/zakelijk/coronavirus.html

Zie voor ING: https://www.ing.nl/zakelijk/financieren/jouw-financiering/je-financiering-aanpassen/vragen_antwoorden_zakelijk_krediet_corona.html

Zie voor Rabo: https://www.rabobank.nl/bedrijven/corona/

In beginsel gaat het hier steeds om uitstel van betaling. Schulden worden dus niet kwijtgescholden.



II.C) Qredits

Qredits, de sociale kredietverstrekker voor kleine en startende ondernemers kan, met steun van het Ministerie van Economische Zaken & Klimaat, een extra hulpmaatregel invoeren voor haar kredietklanten. Elke ondernemer met een krediet bij Qredits kan een uitstel van aflossing aanvragen gedurende een periode van zes maanden. Tijdens deze periode betaalt de klant 2% rente. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft hiervoor zes miljoen euro ter beschikking gesteld. Zie hiervoor: https://qredits.nl/over-qredits/nieuws/qredits-introduceert-extra-hulpmaatregel-2-rente-bij-uitstel-van-aflossing/



III) KREDIETEN



III.A) verruiming BMKB-regeling Ministerie van Economische Zaken (BMKB-C)

De BMKB is bestemd voor ondernemingen met maximaal 250 werknemers (fte) met een jaaromzet tot € 50 miljoen of een balanstotaal tot € 43 miljoen. Als ondernemers te weinig onderpand hebben om bij een bank geld te lenen, kan de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) een oplossing bieden. De BMKB vergroot het onderpand en daarmee ook de financierbaarheid van de onderneming. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat kan met een borgstellingskrediet voor een deel garant staan voor bedrijven die een lening willen afsluiten, maar de financier niet genoeg zekerheid kunnen bieden ('onderpand', zoals gebouwen of machines).

De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft besloten om versneld (per 16 maart en 7 april 2020) de BMKB tijdelijk te verruimen. Bedrijven met een kredietbehoefte tot € 266.667 kunnen 75% financieren met BMKB-krediet (normaal is dat 50%). Verder is het maximum van het BMKB-krediet tijdelijk verhoogd van € 1 miljoen naar € 1,5 miljoen. Op het BMKB-krediet is een overheidsborgstelling van 90% van toepassing.

De regeling is ook toepasbaar op overbruggingskredieten en rekening courant kredieten met een looptijd tot 2 jaar. De premie voor de BMKB-C, die geldt bij een looptijd van 8 kwartalen, is verlaagd van 3,9% naar 2%.

Zie: https://www.rvo.nl/subsidie-en-financieringswijzer/borgstelling-mkb-kredieten-bmkb/verruiming-bmkb-verband-met-coronacrisis



III.B) Go-krediet (Garantie Ondernemingsfinanciering)

Voor middelgrote en grote bedrijven kan op grond van de Garantie Overheidsfinanciering door de overheid een garantie worden verleend aan banken voor verleende kredieten. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) is verantwoordelijk voor de uitvoering. Door de GO kunnen banken een 50% staatsgarantie krijgen op middelgrote en grote leningen. Leningen van maximaal € 50 miljoen zijn tot maximaal € 25 miljoen gegarandeerd. Die staatsgarantie verkleint het risico voor banken op te verstrekken bedrijfsfinanciering en vergroot hun mogelijkheden om geld uit te lenen. De garanties liggen tussen de minimaal € 1,5 miljoen en maximaal € 50 miljoen per onderneming. In verband met de coronacrisis is de GO-regeling verruimd. Het garantieplafond is verhoogd van € 400 miljoen naar € 1,5 miljard en vervolgens naar € 10 miljard. Het maximale garantiepercentage is verhoogd van 50% naar 80% voor grootbedrijven en 90% voor het MKB. Zie hiervoor: https://www.rvo.nl/subsidie-en-financieringswijzer/garantie-ondernemingsfinanciering-go/verruiming-go



III.C) ZZP-ers: Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (Tozo)

Aan het begin van dit artikel is de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) besproken. Een onderdeel daarvan (naast een uitkering voor levensonderhoud) is de mogelijkheid van het aanvragen van een lening voor bedrijfskapitaal om liquiditeitsproblemen op te lossen.



III.D) startups, scale-ups en andere innovatieve bedrijven

Voor startups, scale-ups en andere innovatieve bedrijven die getroffen worden door de coronacrisis wordt het mogelijk om een overbruggingskrediet aan te vragen. Deze bedrijven hebben doorgaans geen bankrelatie. Op verzoek van het kabinet zullen de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) deze kredieten gaan verstrekken, waarvoor in eerste instantie 100 miljoen euro ter beschikking zal worden gesteld. De verwachting is dat deze regeling in de vierde week van april 2020 toegankelijk zal zijn.



IV) FAILLISSEMENT EN SURSEANCE VAN BETALING



IV.A) Faillissement

Het blijft uiteraard mogelijk dat een schuldeiser het faillissement aanvraagt van een schuldenaar die (mede) als gevolg van de coronacrisis zijn schulden niet betaalt. Verzoeken van schuldeisers die het faillissement van een schuldenaar aanvragen kunnen door de rechtbank worden afgewezen omdat hun vordering onvoldoende is vast komen te staan. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de schuldenaar die niet kan betalen een beroep doet op overmacht en/of onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 BW) i.v.m. corona of bijvoorbeeld wanneer een huurder die geen huur wil/kan betalen omdat het gehuurde pand i.v.m. corona (al dan niet o.g.v. overheidsvoorschriften) niet gebruikt kan worden (lees: de verhuurder kan niet voldoen aan zijn verplichting om het gehuurde ter beschikking te stellen). Mogelijk stelt de faillissementsrechter zich dan op het standpunt dat dergelijke vorderingen (en verweren) eerst door de gewone rechter (de bodemrechter) moeten worden beoordeeld, zodat de faillissementsaanvraag wordt afgewezen.



In dit verband wil ik nog wijzen op de Tijdelijk afwijkende regeling Insolventiezaken rechtbanken vanwege de bijzondere omstandigheden door de Coronacrisis van de Raad voor Rechtspraak van 26 maart 2020, waarin is opgenomen: ´Bij behandeling van de verzoeken tot faillietverklaring weegt de rechtbank mee dat rechtsbescherming en bescherming tegen misbruik van de situatie van groot belang is. Rechterlijke toetsing is daarbij essentieel, omdat iedere situatie apart moet worden beoordeeld. Daarbij zal de rechter naar alle relevante omstandigheden kijken, waaronder ook de huidige pandemie en de daarmee samenhangende (economische) situatie.´



IV.B) Surseance van betaling

De faillissementsprocedure is gericht op liquidatie van het ondernemingsvermogen. Surseance van betaling is gericht op continuering van de ondernemingsactiviteiten en kan uitkomst bieden bij tijdelijke liquiditeitsproblemen. Een belangrijk nadeel van de surseanceprocedure is echter dat alleen concurrente schuldeisers tijdelijk geen betaling kunnen eisen, maar dat dit niet geldt voor preferente schuldeisers, zoals de Belastingdienst en werknemers en dat zekerheden (zoals pand en hypotheek) ook tijdens surseance van betaling kunnen worden uitgewonnen. In de praktijk is de Belastingdienst echter vaak bereid medewerking te verlenen; die medewerking zal momenteel mogelijk zelfs ruimer worden verleend i.v.m. de coronacrisis (zie de hiervoor besproken uitstelregeling) en ook banken (verstrekkers van zekerheden) zijn in deze crisissituatie wellicht tot meer medewerking bereid. Met name indien er financiële middelen beschikbaar zijn om aan de schuldeisers een akkoord aan te bieden (op grond waarvan een gedeelte van de vorderingen wordt betaald), kan surseance van betaling uitkomst bieden.



Volledigheidshalve noem ik nog het wetsvoorstel Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) op grond waarvan aan schuldeisers (maar ook aandeelhouders) buiten faillissement een onderhands akkoord kan worden aangeboden. Zodra de rechtbank dit onderhandse akkoord goedkeurt (homologeert), wordt dit akkoord verbindend voor alle schuldeisers (ook voor tegenstemmende schuldeisers). De behandeling van dit wetsvoorstel is echter begin maart 2020 door de Tweede Kamer uitgesteld.



Herman Kreikamp, 14 april 2020