De Golden Earring: het auteursrecht en duurovereenkomsten

In juli informeerden wij u al over het nieuw ingevoerde auteurscontractenrecht. Hierin bespraken wij dat de maker de overeenkomst met de exploitant kan laten ontbinden, indien deze niet binnen een redelijke termijn na het sluiten van de overeenkomst in voldoende mate exploiteert of, na het aanvankelijk verrichten van exploitatiehandelingen het auteursrecht niet langer in voldoende mate exploiteert (de ‘non-usus bepaling’ van artikel 25e lid 1 Auteurswet. Voor de invoering van deze wetgeving procedeerde de band Golden Earring hier echter ook al over.

Casus

Muziekuitgever Nanada had in de periode van 1971 tot en met 1991 de muziekuitgaverechten verkregen op een aantal muziekwerken van de Golden Earring.  De Golden Earring was ontevreden over de exploitatie van haar rechten en de daartoe verrichten inspanningen door Nanada. Daarom liet zij haar advocaat op 25 augustus 2010 een brief sturen naar Nanada waarin deze mededeelde dat alle tussen partijen bestaande muziekuitgavecontracten werden ontbonden. Partijen traden vervolgens wel nog met elkaar in overleg, echter tevergeefs.  

De rechtbank

Hierop stapte Nanada naar de rechtbank. Zij vorderde onder meer te verklaren voor recht dat de door de Golden Earring ingeroepen buitengerechtelijke ontbinding van muziekuitgaveovereenkomsten rechtsgevolg mist dan wel nietig is. De rechtbank besliste echter dat Nanada er niet in geslaagd was te bewijzen zij aan haar inspanningsverplichtingen wat betreft de promotie- en exploitatiewerkzaamheden had voldaan, waardoor Nanada toerekenbaar tekort is geschoten en dat Golden Earring op grond daarvan de muziekuitgaveovereenkomsten rechtsgeldig per 25 augustus 2010 buitengerechtelijk heeft ontbonden. Nanada ging vervolgens in hoger beroep.

 

Het gerechtshof

Het gerechtshof is echter van mening dat Nanada gedurende de jaren vanaf december 2000 in ieder geval steeds enige activiteiten in relatie tot de muziekwerken heeft verricht. Om die reden komt de Golden Earring geen beroep toe op de gestelde gebrekkige prestatie van Nanada, waardoor de buitengerechtelijke ontbinding van de muziekuitgaveovereenkomsten bij brief van 25 augustus 2010 geen effect sorteert. Hiermee eindigt het geschil niet, het gerechtshof gooit het over nog een andere boeg.  

Duurovereenkomst

Het gerechtshof meent dat de muziekuitgaveovereenkomsten in strikte zin weliswaar niet als duurovereenkomsten  voor onbepaalde tijd worden aangemerkt (lees over duurovereenkomsten meer in deze bijdrage), maar dat deze gezien de duur van de overeenkomsten wel een sterke verwantschap hiermee vertonen. Omdat de muziekuitgaveovereenkomsten niet voorzien in een mogelijkheid van tussentijdse beëindiging en gelet op de gelijkenis van deze overeenkomsten met duurovereenkomsten is het hof van oordeel dat deze overeenkomsten in beginsel (tussentijds) opzegbaar zijn.

Opzegtermijn

Het hof meent dat de brief van 25 augustus 2010 weliswaar geen opzegging van de muziekuitgaveovereenkomsten bevat, maar Nanada heeft uit die brief redelijkerwijs wel moeten begrijpen dat de Golden Earring een einde wenste te maken aan de uitgeefrelatie. Gelet op de periode die is verstreken tussen 25 augustus 2010 en de opzegging met ingang van 28 augustus 2011 in relatie tot de duur van de tussen partijen bestaande uitgeefrelatie, is het hof van oordeel dat de Golden Earring de muziekuitgaveovereenkomsten redelijkerwijs met onmiddellijke ingang per 28 augustus 2011 heeft mogen opzeggen.

Aldus bestaat voor de maker naast de mogelijkheid om de overeenkomst te ontbinden o.b.v. de non-usus bepaling, ‘dankzij’ deze uitspraak ook een andere mogelijkheid om auteursrechtelijke ‘duurovereenkomsten’ te beëindigen.