Bestuurder zelf aansprakelijk voor inbreuk IE-rechten ?
De rechtbank in Den Haag heeft onlangs in een procedure bepaald dat een bestuurder -onder omstandigheden- naast de rechtspersoon, waarvan hij bestuurder is, persoonlijk aansprakelijk kan zijn voor de schade die geleden wordt als gevolg van (in dit geval) de inbreuk die gepleegd wordt op een recht van intellectuele eigendom.
In deze procedure ging het over de Amerikaanse producent van pluchen speelgoedhamsters, die ook de houder was van het daarop rustende intellectuele eigendomsrecht. De speelgoedhamsters werden door deze producent via een licentiehouder -onder meer- op de Nederlandse markt gebracht. In een Nederlandse supermarkt bleek vervolgens dat er een namaakversie van de speelgoedhamster werd verkocht. Deze bleken afkomstig van Sigma B.V. te Voorthuizen die deze namaak hamsters ook aan andere winkels leverde.
In de kort geding procedure die daarop tegen Sigma B.V. werd gevoerd werden de vorderingen van de Amerkaanse producent (bij verstek) toegewezen. Die vorderingen betroffen onder meer: het staken van de inbreuk, opgave doen van informatie over het verhandelen van de namaak speelgoedhamster en doen van een recall.
Omdat Sigma B.V. niet voldeed aan deze veroordelingen, is de producent een zogenaamde bodemprocedure gestart en heeft zij van Sigma B.V. èn de bestuurder onder meer een schadevergoeding gevorderd.
Dat is opmerkelijk omdat als hoofdregel geldt dat een rechtspersoon (zoals een B.V., maar bijvoorbeeld ook een stichting) als zelfstandig rechtssubject in beginsel uitsluitend zelf aansprakelijk is voor zijn schulden.
De hoogste rechter (de Hoge Raad) heeft al in eerdere uitspraken kenbaar gemaakt dat er uitzonderingen zijn op deze regel. In lijn met die jurisprudentie oordeelde de rechtbank in Den Haag dat de bestuurder van Sigma B.V. (naast de vennootschap)aansprakelijk kan zijn tegenover de Amerikaanse producent indien zijn handelen of nalaten dermate onzorgvuldig is geweest dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Daarvan zou sprake kunnen zijn als deze bestuurder wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van Sigma B.V. tot gevolg zou hebben dat Sigma geen verhaal meer zou bieden voor de schade. In dit geval beoordeelt de rechter de handelwijze van de bestuurder van Sigma en concludeert dat het enkele inbreuk maken op de rechten van de Amerikaanse producent en het geen of onvoldoende gevolg geven aan de veroordeling in kort geding, onvoldoende is voor het aannemen van aansprakelijkheid. Het handelen van de bestuurder wordt aangemerkt als het handelen van Sigma B.V.
Namens de Amerikaanse producent was onder meer gesteld dat de betreffende bestuurder als enig aandeelhouder van Sigma B.V. en als enig leidinggevend orgaan, het feitelijk beleid bepaalt van het bedrijf. Bovendien zou er sprake zijn van een bedrijfsvoering waarbij willens en wetens het aanzienlijke risico werd genomen dat inbreuk zou worden gemaakt op de intellectuele eigendomsrechten. Dat alles maakt, aldus de producent, dat het handelen van de bestuurder onrechtmatig onrechtmatig jegens haar is..
Alhoewel de rechtbank dus stelt dat er zich omstandigheden kunnen voordoen op grond waarvan de bestuurder een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt en de Amerikaanse producent zich uitput aan te tonen dat er van die omstandigheden sprake is, acht de rechtbank de bestuurder van Sigma B.V. niet aansprakelijk.
Het wachten is nu op een procedure waarin wordt geoordeeld dat er wel sprake is van een omstandigheid of omstandigheden op grond waarvan er aan de bestuurder van een rechstpersoon wèl een ernstig persoonlijk verwijt gemaakt kan worden voor de aan de rechtspersoon verweten inbreuk.
Het vonnis van de rechtbank Den Haag d.d. 4 april 2012 kan hier worden gelezen.