Beleid Belastingdienst ten aanzien van coronaschulden en saneringsakkoorden tijdelijk versoepeld!
In de brief van het Ministerie van Financiën aan de Tweede Kamer van 11 oktober 2021 wordt aangekondigd dat de Belastingdienst zich bij saneringsakkoorden (zoals de WHOA) tijdelijk soepeler zal opstellen en genoegen zal nemen met hetzelfde uitkeringspercentage als aan concurrente schuldeisers toekomt. Daarnaast wordt een tijdelijke versoepeling aangekondigd voor bedrijven die vanaf 1 oktober 2021 niet aan hun nieuwe belastingverplichtingen kunnen voldoen.
Financiële triage
Per 29 september 2021 hadden 274.000 ondernemers een schuld aan de Belastingdienst van € 19,7 miljard. Zoals in een eerdere bijdrage financiële triage door Belastingdienst is besproken, is het daarom van groot belang welk beleid de Belastingdienst hanteert jegens ondernemers die niet geheel of niet tijdig aan hun aflossingsverplichtingen voldoen. Een gedeelte van dit beleid was al bekend gemaakt; op de website van de Belastingdienst wordt toegelicht dat ondernemers vanaf 1 oktober 2021 weer moeten voldoen aan alle nieuwe betalingsverplichtingen en dat er vanaf 1 oktober 2022 begonnen moet worden met het afbetalen van de belastingschuld die tijdens het bijzonder uitstel is opgebouwd middels een betalingsregeling van 60 maanden. Er wordt niet gekozen voor generieke kwijtschelding, omdat kwijtschelding de concurrentieverhoudingen tussen ondernemers verstoort.
Bij WHOA-akkoord hetzelfde uitkeringspercentage als concurrente schuldeisers
Met de WHOA kunnen de schulden van een onderneming die anders vermoedelijk failliet zal gaan, via een reorganisatieakkoord met de schuldeisers worden gesaneerd. In de serie “De route naar een WHOA-akkoord in de praktijk”, hebben wij middels een roadmap-voor-ondernemers in stappen beschreven hoe een WHOA-akkoord tot stand kan worden gebracht. Daar is uitgelegd dat bij een WHOA-akkoord aan ‘MKB-schuldeisers’ in beginsel ten minste 20% van hun vordering d.m.v. een uitkering in geld worden aangeboden. In verband hiermee is de positie van de Belastingdienst van groot belang, omdat de Belastingdienst bij kwijtschelding vanwege de preferentie van haar vorderingen normaal gesproken het dubbele percentage eist dat aan concurrente schuldeisers wordt aangeboden. Dan zou er dus ten minste 40% van de Belastingschuld moeten worden betaald.
In genoemde brief van het Ministerie van Financiën wordt aangekondigd dat de Belastingdienst zich bij een minnelijk saneringsakkoord (hieronder valt uitdrukkelijk de WHOA, maar hopelijk tevens een faillissements- of surseanceakkoord) tijdelijk soepeler zal opstellen en genoegen zal nemen met hetzelfde uitkeringspercentage als aan concurrente schuldeisers toekomt. Per 1 juli jl. is al een versoepeld fiscaal beleid voor de WHOA afgekondigd, maar dit gaat nog een stap verder.
Dat is om meerdere redenen goed nieuws! Deelname aan een saneringsakkoord wordt door deze maatregel aantrekkelijker voor private schuldeisers. Saneringsakkoorden krijgen voor bedrijven een grotere kans van slagen en zullen sneller gerealiseerd kunnen worden. De overlevingskansen van in de kern gezonde bedrijven neemt hierdoor toe. Omdat de Belastingdienst genoegen zal nemen met hetzelfde uitkeringspercentage als aan concurrente schuldeisers toekomt, zullen de kosten van een saneringsakkoord lager zijn. En last but not least: omdat op voorhand duidelijk is hoe de Belastingdienst zich opstelt ten aanzien van een saneringsakkoord, kan door ondernemingen beter worden ingeschat of een saneringsakkoord gefinancierd kan worden en haalbaar is. De ‘deal certainty’ neemt dus toe.
Er moet overigens wel voldoende vaststaan dat de onderneming (na de schuldsanering) een goed en reëel toekomstperspectief heeft, oftewel levensvatbaar is. Het is nog onduidelijk in hoeverre de Belastingdienst dat zelf wil gaan vaststellen, of aan de adviseur/accountant van de onderneming, de huisbankier en/of de (WHOA-)rechter zal overlaten.
Tijdelijk soepeler: van 1 augustus 2022 tot en met 30 september 2023
De tijdelijke maatregel wordt ingevoerd met het oog op de sanering van belastingschulden van ca. 274.000 ondernemers, die zijn ontstaan vanwege belastinguitstel in verband met de coronacrisis. Deze bedragen thans € 19,7 miljard, waarvan € 10,4 miljard aan loonheffing en premies en € 5,8 miljard aan omzetbelasting.
De datum waarop ondernemers uiterlijk moeten beginnen met het aflossen van de opgebouwde belastingschuld is vastgesteld op 1 oktober 2022. Hierdoor hebben ondernemers een adempauze van een jaar voordat de aflossingsverplichting begint. De aflossingstermijn is verlengd naar vijf jaar, wat betekent dat de opgebouwde belastingschuld pas uiterlijk op 1 oktober 2027 volledig moet zijn afgelost. Vanaf 1 oktober 2021 zijn ondernemers verplicht om tijdig hun nieuw opkomende belastingverplichtingen te voldoen. Ondernemers die in de betreffende periode niet kunnen voldoen aan hun nieuw opgekomen betalingsverplichtingen, kunnen volgens de brief van 11 oktober 2021 (onderdeel 5, slot) voor hun coronaschulden nog steeds gebruik maken van de betalingsregeling van 60 maanden.
Zoals vermeld moeten ondernemers op 1 oktober 2022 beginnen met het aflossen van hun corona-belastingschuld. Ondernemers voor wie medio 2022 duidelijk is dat zij niet aan hun aflossingsverplichtingen zullen kunnen voldoen, kunnen dan overwegen een saneringsakkoord aan te bieden. Dit sluit aan bij de periode waarin de Belastingdienst het versoepelde beleid (zelfde percentage als concurrente schuldeisers) toepast: van 1 augustus 2022 tot en met 30 september 2023.
Uitstel van betaling van belastingen in de periode 1 oktober 2021 t/m 31 januari 2022
Daarnaast bevat de brief van 11 oktober 2021 een tweede versoepeling. In de kern gezonde bedrijven die corona-uitstel hebben gekregen en die vanaf 1 oktober 2021 niet onmiddellijk aan hun nieuw opgekomen betalingsverplichtingen kunnen voldoen, kunnen een verzoek om uitstel van betaling doen voor deze nieuwe schuld. Om deze groep ondernemers te ondersteunen, heeft het kabinet een tijdelijke versoepeling van het reguliere uitstelbeleid getroffen voor belastingschulden die betaald (hadden) moeten worden in de periode van 1 oktober 2021 tot en met 31 januari 2022. Deze maatregel is uitgewerkt in het Besluit noodmaatregelen coronacrisis . De tegemoetkoming geldt alleen voor ondernemers die al corona-uitstel hebben gekregen vóór 1 oktober 2021. Het voorstel biedt ondernemers alleen in uitzonderingsgevallen en onder strikte voorwaarden de mogelijkheid om voor beperkte tijd aanvullend uitstel te genieten. Deze voorwaarden staan beschreven in art. 25.6.2a van de Leidraad Invordering 2008. De nieuwe schuld zal bij toewijzing van het uitstelverzoek worden meegenomen in de betalingsregeling van 60 maanden.
Ten slotte
Indien u vragen heeft over het bovenstaande of over de WHOA, kunt u die stellen via kreikamp@btu-advocaten.nl. U kunt hier de brief van het Ministerie van Financiën van 11 oktober 2021 vinden.
Herman Kreikamp, 15 oktober 2021