Arbodienst niet (zomaar) aansprakelijk voor loonsanctie UWV
Als de Arbodienst bij de re-integratiebegeleiding wanprestatie pleegt en het UWV als gevolg daarvan als sanctie de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever m.b.t. een zieke werknemer verlengt, impliceert dat volgens de rechtbank Utrecht niet dat de Arbodienst die schade aan de werkgever moet vergoeden. In zijn vonnis van 19 oktober 2011 verweet de rechtbank de werkgever namelijk geen beroep te hebben ingesteld nadat het UWV het bezwaarschrift van de werkgever had verworpen.
Een werknemer van Keukenfabriek Brabant viel op 4 juli 2006 uit met fysieke en psychische klachten. ArboNed begeleidde de re-integratie van de werknemer. De Keukenfabriek deed weinig aan re-ntegratie van de werknemer, omdat de werknemer volgens ArboNed volledig arbeidsongeschikt was voor eigen werk en andere passende arbeid in de onderneming. Op 28 mei 2008 besloot het UWV de loondoorbetalingsverplichting van de Keukenfabriek met een jaar te verlengen omdat de Keukenfabriek volgens het UWV haar re-integratieverplichtingen niet was nagekomen. Ook de door de werknemer aangevraagde WIA-uitkering werd geweigerd.
Namens de Keukenfabriek werd door MedRecht (een onderdeel van ArboNed …) een bezwaarschrift ingediend bij het UWV. MedRecht betrok de Keukenfabriek niet bij het formuleren van de gronden van het beroep. Het bezwaar werd vervolgens door het UWV op 7 oktober 2008 afgewezen. De Keukenfabriek ging tegen deze afwijzing niet in beroep. De Keukenfabriek is van mening dat de Arbodienst volledig en geheel aansprakelijk is voor de financiële schade als gevolg van de loonsanctie (€ 57.525,76) en startte een procedure bij de rechtbank.
Volgens de rechtbank had de Arbodienst het oordeel GBM (Geen Benutbare Mogelijkheden) onvoldoende onderbouwd; als er meer informatie over de werknemer was gegeven, was het volgens de rechtbank voor het UWV duidelijk geweest dat de bedrijfsarts terecht het oordeel GBM had gegeven en dat re-integratie niet mogelijk was. Een loonsanctie i.v.m. tekort aan re-integratieinspanningen was dan volgens de rechtbank niet aan de orde zijn geweest. Hieruit volgt, aldus de rechtbank, dat ArboNed niet met die zorgvuldigheid heeft gehandeld die van haar mocht worden verwacht en dat zij op deze grond toerekenbaar tekort is geschoten jegens de werkgever (= wanprestatie).
Hoewel vast staat dat ArboNed toerekenbaar tekort geschoten is, kan nalatigheid van de kant van de Keukenfabriek er volgens de rechtbank toe leiden dat de tekortkoming van de Arbodienst toch niet tot een aansprakelijkheid van de Arbodienst voor de door de Keukenfabriek geleden schade leidt. Volgens de rechtbank had de Keukenfabriek namelijk in beroep moeten gaan tegen de beslissing op bezwaar van het UWV. Omdat de Keukenfabriek dat niet heeft gedaan, kunnen de gevolgen van de beslissing op bezwaar volgens de rechtbank niet aan ArboNed worden toegerekend. De vordering tot schadevergoeding van de Keukenfabriek werd daarom door de rechtbank afgewezen.
Een wat mij betreft merkwaardige uitspraak. Vast staat immers dat als ArboNed haar oordeel wel voldoende had onderbouwd, het UWV geen loonsanctie had opgelegd. De eerste en belangrijkste fout is dus gemaakt door ArboNed. Vervolgens wordt door een onderdeel van ArboNed (MedRecht) bezwaar gemaakt, maar wordt de Keukenfabriek bij het formuleren van de bezwaargronden niet betrokken en wordt in de bezwaarprocedure wederom niet alsnog middels een door ArboNed opgesteld document uitgelegd en aangetoond dat er geen benutbare mogelijkheden waren, dat er geen eigen of aangepaste arbeid kon worden verricht en de Keukenfabriek (dus wel) aan haar re-integratieinspanningen heeft voldaan.
ArboNed verwijt de Keukenfabriek dus dat zij niet in beroep is gegaan, terwijl MedRecht (onderdeel van ArboNed) de bezwaarprocedure had verloren en daarbij (kennelijk) geen goed gebruik had gemaakt van de binnen ArboNed over dit ziektegeval wel aanwezige kennis. Dat is naar mijn oordeel de omgekeerde wereld en had er hoogstens toe kunnen leiden dat de Keukenfabriek een gedeelte van de schade (als eigen schuld in de zin van art. 6:101 BW) zelf zou moeten dragen.
De les die werkgevers hieruit kunnen trekken is dat zij in ieder geval zelf bezwaar en/of beroep moeten instellen tegen dergelijke UWV-besluiten en de Arbodienst daar bij moeten betrekken.
Het in dit artikel besproken vonnis kunt u hier lezen.