Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd: einde of verlenging tijdig aanzeggen!
Zoals het er nu naar uitziet, moeten werknemers met arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd van 6 maanden of langer, vanaf 1 juli 2014 (inmiddels is bekend dat dit vanaf 1 januari 2015 zal gelden) schriftelijk en minimaal één maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst ervan op de hoogte worden gebracht of, en zo ja onder welke voorwaarden, de arbeidsovereenkomst zal worden voortgezet. Onveranderd blijft dat arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd van rechtswege aflopen (dus zonder dat voorafgaande opzegging is vereist), tenzij bij het sluiten van de overeenkomst anders met de werknemer is afgesproken. Doel van de verplichte aanzegging is nu, de werknemer meer en eerder duidelijkheid te geven of hij/zij op zoek zal moeten naar nieuw werk.
De nieuwe regeling is onderdeel van de Wet Werk & Zekerheid, waar ik op 28 februari jl. op deze website al over schreef en de regeling zal in principe voor alle overeenkomsten voor bepaalde tijd van 6 maanden of langer gaan gelden (dus ook voor opvolgende overeenkomsten van 6 maanden of langer), ongeacht het aantal uren waarvoor een werknemer is aangenomen. Er is een aantal uitzonderingen. Zo zal de regeling niet gelden voor overeenkomsten waarvan de einddatum niet op een kalenderdatum is gesteld. Denk hierbij aan een arbeidsovereenkomst die is gesloten voor de duur van een bepaald project of voor vervanging van een zieke werknemer. De regeling zal ook niet van toepassing zijn op uitzendovereenkomsten met een uitzendbeding als bedoeld in artikel 7:691 lid 2 BW, waarbij een uitzendovereenkomst eindigt als gevolg van het vervallen van een inleenopdracht. De gedachte hierachter is dat een (uitzend)werkgever in die gevallen geen invloed heeft op het bepalen van het einde van de overeenkomst.
Is het nou zo erg, als je als werkgever toch niet (tijdig) aanzegt? Het kan je als werkgever in ieder geval geld gaan kosten. De werknemer krijgt in dat geval namelijk, mits daar binnen twee maanden na einddatum aanspraak op wordt gemaakt, recht op een vergoeding die gelijk is aan het salaris van de werknemer over (het niet in acht genomen gedeelte van) een maand.
De regeling zal onmiddellijke werking hebben, maar zal nog niet gelden voor overeenkomsten die in juli van dit jaar eindigen. Verder is de vergoeding niet verschuldigd in geval van faillissement, surseance van betaling en schuldsanering van de werkgever.
Iets om als werkgever (en werknemer) rekening mee te houden dus. Voor meer informatie over het onderwerp of voor advies over de nieuwe regeling voor uw specifieke geval, neem gerust contract met ons op.