Accountant als auteur?

De kantonrechter in Maastricht moest onlangs uitspraak doen in een geschil tussen een accountantskantoor (RSM) en de curator in het faillissement van Vivant. De inzet van die procedure was de stelling van de accountant dat een door hem opgesteld zogenaamd Participatiememorandum een auteursrechtelijk beschermd werk is, waarvan het auteursrecht bij RSM berust. De curator zou in strijd hebben gehandeld met dit auteursrecht doordat hij dit memorandum ter beschikking heeft gesteld aan kandidaten die geïnteresseerd waren in een doorstart met de activiteiten en de activa van het failliete Vivant. De accountant vorderde daarom van de curator betaling van een schadevergoeding ten bedrage van ruim € 16.000,-- (niet toevallig hetzelfde bedrag als het bedrag dat de accountant aan Vivant had gedeclareerd, welke declaratie onbetaald gebleven was).   

De kantonrechter beoordeelde het Participatiememorandum en concludeerde dat het tweede deel een waarderingsrapport betrof dat zonder meer niet beschouwd kan worden als een werk in de zin van de Auteurswet (‘AW’). De waardering vindt immers plaats aan de hand van algemeen aanvaarde richtlijnen, feitelijke informatie en in de wetenschap ontwikkelde methoden. Er is dan geen sprake van een eigen, oorspronkelijk karakter.
Maar ook het eerste deel, het daadwerkelijke memorandum is dit lot beschoren. De kantonrechter kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de vorm van het memorandum ontleend is aan andere soortgelijke memoranda en reeds daarom geen eigen oorspronkelijk karakter kan worden toegedicht. Bovendien is het niet meer dan een droge, door Vivant aangeleverde, opsomming van zakelijke feiten. Niet origineel en niet creatief.

Dat de maker (de accountant) ‘zijn persoonlijk stempel’ op het memorandum heeft gedrukt, wordt dan ook niet gevolgd.
Dit Participatiememorandum is aldus niet te beschouwen als een auteursrechtelijk beschermd werk, zodat er van enig inbreukmakend handelen door de curator geen sprake kan zijn. De vorderingen van RSM worden afgewezen. Het vonnis kan hier worden gelezen.

Het is natuurlijk maar de vraag of RSM serieus meende dat haar auteursrechtelijke bescherming toekwam op basis van dit Participatiememorandum of dat het slechts een poging was om -met de druk van een procedure- toch nog iets betaald te krijgen van haar declaratie die verband hield met het opstellen van dat memorandum.