Onrechtmatige (pers-)publicaties op het internet

Een bedrijf in Oostenrijk had een artikel op een internetportaal geplaatst over twee door een Duitse rechtbank, tot levenslang veroordeelde Duitse broers. Het was oud nieuws (uit 1999) dat nog in 2007 raadpleegbaar was.  Beide broers vorderde in een procedure dat het bedrijf de berichtgeving zou staken en zouden verklaren deze ook in de toekomst achterwege te laten.
Het Oostenrijkse bedrijf bestreed in deze procedure dat de Duitse gerechten internationale bevoegdheid toekwam.

Uiteindelijk kwam de zaak voor het Bundesgerichtshof, die opmerkte  dat voor de beslechting van het geschil (het gevorderde verbod tot publicatie) de vraag moet worden beantwoord of de lagere rechter zich terecht internationaal bevoegd heeft verklaard (overeenkomstig artikel 5 punt 3 van de Europese Verordening betreffende o.m. de rechterlijke bevoegdheid).
En als dat zo blijkt te zijn, dan rijst volgens het Bundesgerichtshof de vraag of Duits, danwel Oostenrijks recht moet worden toegepast, hetgeen afhangt van de uitleg van artikel 3 van de Richtlijn inzake de elektronische handel.

Het Bundesgerichtshof stelt daarom prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie. De uitspraak (een verklaring voor recht hoe de betreffende artikelen moeten worden uitgelegd) kwam op 25 oktober 2011. Welke rechter is bevoegd ?

Het Hof overweegt dat het verspreiden van content via internet zich onderscheidt van het verspreiden van drukwerk in een bepaald gebied, doordat de verspreiding via internet tot gevolg heeft dat een onbepaald aantal internetgebruikers overal ter wereld van deze content kennis kan nemen. Dat maakt het tegelijk uiterst moeilijk om de plaatsen aan te wijzen waar de uit die inbreuken voortvloeiende schade intreedt.  Het Hof wijst het gerecht aan van de plaats waar het slachtoffer het centrum heeft van zijn belangen, aangezien dat gerecht het best in staat is om de schadelijke gevolgen voor het slachtoffer te beoordelen. Meer precies is dat –volgens het Hof- de plaats waar het slachtoffer in de regel zijn gewone verblijfplaats heeft.
Ook kan slachtoffer naar het gerecht van het land waar de uitgever van de op het internet geplaatste content gevestigd is, om diens gehele schade te verhalen.
Het slachtoffer kan tenslotte, in plaats van een vordering in te dienen voor de volledige schade, steeds de gerechten aanzoeken van elke lidstaat op het lidstaat grondgebied waarvan de op internet geplaatste content toegankelijk is of is geweest.
 

Lees het arrest van het Europese Hof hier.