Wat kenmerkt een duurovereenkomst?

In een eerdere bijdrage behandelden wij de (on)mogelijkheid van het beëindigen van duurzame overeenkomsten. Het begrip duurovereenkomst is echter lastig te definiëren. Het belangrijkste kenmerk van duurovereenkomsten is dat deze niet verplichten tot eenmalige, voorbijgaande prestaties, maar – gedurende bepaalde of onbepaalde tijd – tot prestaties die gedurende zekere tijd voortduren, herhaald worden of elkaar opvolgen.

Een langdurige of bestendige handelsrelatie kan echter bestaan uit zowel een serie losse contracten of een duurovereenkomst, waardoor aan de hand van de omstandigheden van het geval moet worden beoordeeld of sprake is van een duurovereenkomst. Dit onderscheid is onder meer relevant omdat, hoewel duurovereenkomsten (voor onbepaalde tijd) opzegbaar zijn, de redelijkheid en billijkheid met zich kunnen meebrengen dat de opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat, alsook dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen en/of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding.  

De volgende omstandigheden (weliswaar niet zelfstandig, maar samenhangend met andere factoren), naast een lange duur, spelen volgens de jurisprudentie een rol bij het vaststellen of sprake is van een duurovereenkomst:

  1. De exclusiviteit van de samenwerking tussen partijen;  

  2. De omstandigheid dat de opgezegde partij gedurende een lange periode steeds op dezelfde wijze is ingeschakeld;

  3. Het vertrouwen dat de opgezegde partij mocht hebben dat hij zou worden ingeschakeld voor het uitvoeren van de werkzaamheden;

  4. Het intensieve contact tussen partijen dan wel de omstandigheid dat veelvuldig overleg heeft plaatsgevonden om de samenwerking te stroomlijnen;

  5. De afspraak tussen partijen om ten aanzien van verschillende projecten keer op keer dezelfde standaardovereenkomst te hanteren;

  6. De kennelijke bedoeling van partijen om afspraken te maken voor onbepaalde duur dan wel de intentie van partijen om een langdurige relatie met elkaar te onderhouden waarin partijen over en weer het nodige van elkaar mochten verwachten;

  7. De omstandigheid dat er jaarlijks is onderhandeld over de prijzen en toeslagen die de opgezegde partij in rekening mocht brengen terwijl de leveranties gewoon doorliepen op grond van de ‘oude prijzen’;

  8. Het bestaan van doorlopende verplichtingen.

 

Bent u van mening dat u een duurovereenkomst had die op onrechtmatige wijze is beëindigd, neemt u dan contact (link: vanzweden@btu-advocaten.nl) op om uw mogelijkheden te bespreken.