Wordt "Mein Kampf" weer vrij verhandelbaar?

De Amsterdamse rechtbank heeft vandaag een vonnis gewezen waarin de verkoper van het omstreden werk "Mein Kampf" (van A. Hitler) werd ontslagen van alle rechtsvervolging. Dat is iets anders dan vrijspraak, aangezien daarvan alleen sprake is als de rechter van oordeel is dat het telastegelegde feit niet bewezen is.

Neen, in dit geval oordeelde de rechtbank dat wel degelijk bewezen is dat de Amsterdamse galeriehouder (antiquair/boekverkoper) het strafbare feit pleegde dat beschreven wordt in artikel 137e van het Wetboek van Strafrecht: het "anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving een voorwerp waarin, naar hij weet, een uitlating was vervat die, naar hij weet, voor een groep mensen wegens hun ras en/of hun godsdienst beledigend is of aanzet tot haat tegen en discriminatie van mensen wegens hun ras en/of hun godsdienst , ter verspreiding in voorraad heeft"

Het genootschap Federatief Joods Nederland had vorig jaar aangifte gedaan tegen deze galeriehouder wegens het verkopen van een boek ("Mein Kampf") dat aanzet tot haat en discriminatie. Deze kwalificaties zijn vertaald in het telaste gelegde genoemde artikel 137e Wetboek van Strafrecht.
Een veroordeling van de galeriehouder zou, volgens de rechtbank, indruisen tegen het Europees recht. Artikel 10 van het EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) vereist namelijk dat een veroordeling die het uitingsrecht imperkt, alleen kan als dit noodzakelijk is voor de bescherming van mensen tegen discriminatie, belediging en het aanzetten tot haat wegens hun ras en/of godsdienst.

De rechtbank oordeelt voorts dat maatschappelijke ontwikkelingen, met name de zeer eenvoudige verkrijgbaarheid van (de tekst van) "Mein Kampf" via het internet en de context waarbinnen deze verdachte het boek als historisch object ter verkoop aanbiedt, maken dat een veroordeling in een democratische samenleving niet noodzakelijk is ter bescherming van Joden tegen discriminatie, belediging en het aanzetten tot haat wegens hun ras en/of godsdienst. Er is geen sprake van een zogenaamd 'pressing social need'  zoals bedoeld in de rechtspraak van Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
(Deze beslissing betekent echter niet dat er geen omstandigheden denkbaar zouden zijn waaronder een veroordeling voor het ter verspreiding in voorraad hebben van "Mein Kampf" wél noodzakelijk zal zijn; aldus de rechtbank)

Een wat merkwaardige motivering van de rechtbank als het gaat om (..de zeer eenvoudige verkrijgbaarheid van (de tekst van) "Mein Kampf" via het internet..). Het digitaal verspreiden van teksten van "Mein Kampf" is toch evenzeer strafbaar! Kennelijk omdat justitie niet voldoende in staat is om deze illegale verspreiding via het internet te bestrijden, moet de groep die beschermd moet worden tegen discriminatie, belediging en het aanzetten tot haat wegens hun ras en/of godsdienst, het ook ontgelden als het gaat om de ouderwetse (fysieke) wijze van "voorhanden hebben" en "verspreiding".

Lijkt mij wel een hoger beroep waard.