Overtreding relatiebeding: niet vóór einde van het dienstverband!

Dit was de uitkomst van een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 juni 2014. In deze procedure ging een werknemer met succes in hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter te Groningen. Waar de kantonrechter van mening was dat de werknemer het relatiebeding met zijn ex werkgever had geschonden en de werknemer aan de werkgever een (forse) boete verschuldigd was van € 75.000,=, meent het Gerechtshof dat van schending van het relatiebeding geen sprake was. De casus was als volgt.   

De werknemer (Senior Manager Schade) had zijn arbeidsovereenkomst met de werkgever opgezegd tegen 1 mei 2011. De werkgever hield de werknemer aan zijn opzegtermijn, zodat het dienstverband zou eindigen per 1 juni 2011. Uit commerciële overwegingen heeft de werkgever de werknemer tijdens de opzegtermijn op non actief gesteld. In de arbeidsovereenkomst met de werknemer was een relatiebeding opgenomen dat de werknemer, kort gezegd, verbood om binnen 1 jaar na het eindigen van de arbeidsovereenkomst zonder schriftelijke toestemming (potentiële) cliënten of met de werkgever gelieerde bedrijven te benaderen en/of te (doen) bedienen, onder verbeurte van een boete van € 25.000,= per overtreding.

Op 26 mei 2011, aldus vóór het einde van het dienstverband, heeft de werknemer zijn LinkedIn connecties een bericht gestuurd met als onderwerp “nieuwe job”. In dat bericht stond onder meer geschreven: “Ik ben verheugd jullie te kunnen melden dat ik per 1-6-2011 in dienst treed bij [bedrijf Z]. Eindelijk een werkgever die weet hoe het werkt in assurantieland. Alleen maar bedrijfsmatige klanten, goede binnendienst en vooral weer plezier in je werk en minstens zo belangrijk, een financieel solide bedrijf” En “Ik hou jullie op de hoogte van mijn nieuwe mobiele nummer en e-mail adres”.

De werknemer heeft dit bericht enkele dagen later, in vervolg op een brief van de werkgever van 30 mei 2011, via LinkedIn gerectificeerd.

Volgens de werknemer was van overtreding van het relatiebeding geen sprake, onder meer omdat het beding ziet op de periode na einde van het dienstverband terwijl de werknemer ten tijde van het plaatsen van het bericht nog bij de werkgever in dienst was. Het Hof stelde de werknemer alsnog in het gelijk. Het enkele feit dat het relatiebeding een duidelijk onderscheid maakt tussen de situatie vóór en na einde van het dienstverband, hetgeen gezien het karakter van een relatiebeding ook voor de hand ligt, was voor het Hof voldoende om te oordelen dat de werknemer voor het plaatsen van het bericht op 26 mei 2011 geen boete verschuldigd is (het Hof spreekt van plaatsing, waar de kantonrechter uitgaat van plaatsing en verzending). Het Hof vond overigens ook niet dat de inhoud van het LinkedIn bericht zonder meer met zich meebracht dat de werknemer daarmee in strijd met het relatiebeding had gehandeld. Voor het aannemen van onrechtmatig handelen als gevolg van plaatsing van het LinkedIn bericht had de werkgever, volgens het Hof, onvoldoende gesteld.

De medewerker heeft zijn functienaam aldus eer aangedaan, in die zin dat hij in hoger beroep zijn (eigen) schade heeft weten te beperken. De uitspraak vindt u hier.

Laat u (als werknemer of werkgever) tijdig en volledig informeren en adviseren over de geldigheid, reikwijdte en mogelijke consequneties van relatie- en concurrentiebedingen.
Natuurlijk door de arbeidsrecht advocaten van Blauw Tekstra Uding !

Specialism