Verlengde arbeidsovereenkomst en het concurrentiebeding.

Een concurrentiebeding is alleen geldig als het schriftelijk is overeengekomen. Maar moet een concurrentiebeding opnieuw schriftelijk worden overeengekomen wanneer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd?

Over deze vraag is op 21 augustus 2012 een uitspraak gedaan door het Gerechtshof Arnhem. De werknemer was op 1 november 2007 voor bepaalde tijd (1 jaar) in dienst getreden. In de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd was een concurrentiebeding opgenomen en deze arbeidsovereenkomst was door de werkgever en de werknemer ondertekend (zodat dus voldaan was aan het schriftelijkheidsvereiste). De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd liep af op 1 november 2008. In oktober 2008 hebben partijen gesproken over voortzetting van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Op 4 december 2008 heeft de werkgever aan de werknemer schriftelijk bevestigd dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 november 2008 zou worden verlengd voor onbepaalde tijd en dat alle overige bepalingen uit de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van kracht zouden blijven. Vier jaar later heeft de werknemer de arbeidsovereenkomst opgezegd en is hij in dienst getreden bij een ander bedrijf. De werkgever was van mening dat de werknemer het concurrentiebeding had overtreden en vorderde in kort geding veroordeling tot betaling van € 40.000,00 aan boetes.

De kantonrechter was van oordeel dat het concurrentiebeding niet meer van toepassing was, omdat het bij de verlenging en omzetting van de arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd naar onbepaalde tijd niet opnieuw schriftelijk was overeengekomen. In hoger beroep oordeelde het Gerechtshof Arnhem echter dat de enkele omzetting van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, waarbij de arbeidsvoorwaarden ongewijzigd zijn gebleven, niet een zeer wezenlijke verandering van de arbeidsovereenkomst inhoudt op grond waarvan het concurrentiebeding opnieuw schriftelijk had moeten worden overeengekomen.

Met dit arrest wordt een lijn voortgezet die ook wordt gevolgd door het Hof Amsterdam en het Hof Leeuwarden. De rode draad hierin is dat getoetst moet worden of er een gewijzigde arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. Daarvan kan sprake zijn bij inhoudelijke wijzigingen met betrekking tot de hoogte van het salaris, de te verrichten werkzaamheden of de omstandigheden waaronder de werkzaamheden dienen te worden verricht. Is er geen sprake van een gewijzigde arbeidsovereenkomst, dan is het in deze situatie dus niet vereist (maar verstandig is het uiteraard wel!) om het concurrentiebeding opnieuw schriftelijk overeen te komen.

Andere vragen over het concurrentiebeding? Bel ons ! 020-4081680