Pas op met de turboliquidatie!

De turboliquidatie is langzaam maar zeker een modeverschijnsel aan het worden, net als de pre-pack (zie de andere artikelen op deze site over de pre-pack). Kort gezegd, vormt de turboliquidatie een versnelde vorm om een rechtspersoon – meestal een BV – te ontbinden. Op het moment dat blijkt dat deze BV geen baten (meer) heeft, kunnen de aandeelhouders een ontbindingsbesluit nemen. Zij constateren daarbij dat de BV geen baten heeft en daarmee houdt de BV op te bestaan. Via een daarvoor bestemd formulier nr. 17a dient de ontbinding te worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Eigenlijk klopt de term turboliquidatie niet helemaal, omdat er feitelijk nu juist geen liquidatie/vereffening van het vermogen van de BV plaats vindt; dat vermogen is er immers niet. In veel gevallen is een turboliquidatie bedoeld om de aandeelhouders in de ontbonden BV, met een deelnemingsbelang of een aanmerkelijk belang, de mogelijkheid te geven snel hun fiscale verlies te kunnen nemen. Dat kan immers in het jaar waarin de ‘liquidatie’ is voltooid.  

De turboliquidatie is niet zonder risico’s. De bestuurders van de te ontbinden rechtspersoon moeten er bijvoorbeeld voor zorgen dat er aan de vooravond van de ontbinding geen selectieve betaling plaats vindt aan de crediteuren, om op die manier het actief te laten ‘verdwijnen’. Verder bestaat de mogelijkheid dat crediteuren geen genoegen nemen met deze versnelde vorm van afwikkeling van een rechtspersoon en menen dat er nog wel degelijk actief aanwezig is. Zij kunnen dan alsnog het faillissement aanvragen. Indien de faillissementsrechter oordeelt dat er summierlijk aannemelijk is dat er (toch) nog baten zijn, dan zal het faillissement worden uitgesproken. Deze mogelijke baten kunnen door de rechter worden gekoppeld aan de situatie dat er sprake kan zijn geweest van paulianeus handelen en/of bestuurdersaansprakelijkheid (bijvoorbeeld af te leiden uit het niet of te laat deponeren van de jaarrekeningen). Ook kan een crediteur rechtsmaatregelen nemen tegen een ontbonden rechtspersoon (beslag e.d.), met de stelling dat de rechtspersoon ten onrechte in het Handelsregister heeft laten aantekenen dat er geen baten aanwezig waren bij ontbinding. De rechter zal dan moeten oordelen of die stelling juist is. De inschrijving in het Handelsregister van de ontbinding/verdwijning is in dat geval niet doorslaggevend.

Een ander geval waarin de turboliquidatie problemen geeft, houdt verband met doorlopende verplichtingen van de te ontbinden rechtspersoon. In de rechtspraak wordt aangenomen dat een bestuurder, die meewerkt aan een turboliquidatie, zonder ervoor te hebben gezorgd dat de nog lopende verplichtingen tijdig worden beëindigd, aansprakelijk is voor de gevolgen daarvan. Bij lopende verplichtingen moet vooral worden gedacht aan duurovereenkomsten, zoals arbeidsovereenkomsten, onderhoudscontracten e.d. In een recente uitspraak werd een bij een ontbinding betrokken bestuurder aansprakelijk gehouden voor schade bij een verhuurder. De bestuurder had volgens de rechtbank de verhuurder te laat geïnformeerd over de ontbinding van de huurder (een BV) en het daardoor niet meer betalen van de huur. Zodoende was de verhuurder niet in staat tijdig maatregelen tot schadebeperking te nemen. Uit deze uitspraak blijkt eens te meer dat voorzichtig dient te worden geopereerd bij het ontbindingen en liquideren van rechtspersonen. De uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland kunt u hier lezen.
 

Blauw Tekstra Uding Advocaten kan u uitstekend begeleiden om deze handelingen op een verantwoorde wijze uit te voeren.