Toch Ziektewetuitkering bij einde dienstverband met wederzijds goedvinden?
Als hoofdregel heeft een zieke werknemer gedurende twee jaar recht op loon. Gedurende deze twee jaar geldt een opzegverbod. Indien de werkgever de arbeidsovereenkomst tijdens deze twee jaar wenst te eindigen, wordt door het UWV van de werknemer verwacht dat hij bij de kantonrechter verweer voert. Stemt de werknemer toch in met een beëindiging van de arbeidsovereenkomst, dan zal hem in de hoofdregel een Ziektewetuitkering worden geweigerd.
Op 4 april 2012 heeft de Centrale Raad van Beroep in hoger beroep een interessante uitspraak gedaan in een zaak waarin een zieke werknemer gedurende de eerste twee jaar van zijn ziekte instemde met een ontslag en met zijn werkgever een vaststellingsovereenkomst sloot. De reden voor het ontslag was van bedrijfseconomische aard. Naast de werknemer waren er nog drie anderen die voor ontslag in aanmerking kwamen in verband met de reorganisatie.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde allereerst bovengenoemde hoofdregel. In deze zaak was de Raad evenwel van mening dat de werknemer wel in aanmerking kwam voor een Ziektewetuitkering. Uit de instemming van de vakbonden met het Sociaal Plan kon volgens de Raad worden afgeleid, dat de noodzaak tot het verminderen van arbeidsplaatsen niet in het geding was. Daarbij hechtte de Raad er belang aan dat het afspiegelingsbeginsel juist was toegepast. In een dergelijke situatie, waarbij tevens de geldende opzegtermijn in acht was genomen, viel volgens de Raad niet in te zien dat de kantonrechter tot het oordeel zou komen dat het verzoek van de werkgever gericht zou zijn op het ontlopen van het opzegverbod tijdens ziekte.
De kans dat de rechter in verband hiermee het ontbindingsverzoek zou afwijzen moest volgens de Raad dan ook als verwaarloosbaar klein worden aangemerkt. In een dergelijke situatie kon volgens de Raad niet worden gesproken van een benadelingshandeling in de zin van de Ziektewet. De Centrale Raad van Beroep hechtte er tevens belang aan dat de werknemer een vergoeding overeenkomstig de (neutrale) kantonrechterformule had ontvangen.