Verrekening bij een faillissement
In het geval van een faillissement blijft een handelscrediteur vaak met lege handen achter. De meeste faillissementen worden namelijk “opgeheven bij gebrek aan baten”. Er is dan geen geld in de boedel beschikbaar om de concurrente schuldeisers te betalen. Maar het kan nog erger. Een crediteur kan immers ook iets aan het failliete bedrijf (de boedel) verschuldigd zijn. Een beroep op verrekening van zijn schuld aan de boedel met zijn vordering op de boedel, kan dan voor de schuldeiser een mogelijkheid zijn om zijn schuld aan de boedel niet daadwerkelijk te hoeven betalen. Verrekening is namelijk ook een vorm van betaling. Interessante vraag voor een crediteur is in dat geval: welke posten kunnen in faillissement tegen elkaar worden weggestreept?
De hoofdregel voor verrekenen bij een faillissement is: degene die zowel schuldenaar als schuldeiser van de gefailleerde is, kan zijn schuld met zijn vordering verrekenen indien beide vóór de faillietverklaring zijn ontstaan of als deze voortvloeien uit handelingen die vóór de faillietverklaring met de gefailleerde zijn verricht. Voor verrekening hoeven de vorderingen niet opeisbaar te zijn. Het kan verder zo zijn dat door het faillissement een lopende overeenkomst voortijdig tot een einde komt. De schade die de wederpartij van de failliet daardoor lijdt kan meestal ook in verrekening worden gebracht.
Uit de omvangrijke jurisprudentie die over verrekening bij een faillissement gaat, blijkt dat er in de praktijk regelmatig discussie ontstaat over de verrekeningsbevoegdheid. Verschillende oorzaken kunnen hieraan ten grondslag liggen. Zo is het denkbaar dat partijen destijds de bevoegdheid tot verrekening contractueel hebben uitgesloten. Ook kan het bijvoorbeeld onduidelijk zijn of de vordering daadwerkelijk voortvloeit uit een handeling van vóór de datum van het faillissement.
Vanwege de grote financiële belangen die op het spel kunnen staan, is het raadzaam om na te gaan of u een beroep kunt doen op verrekening. Dit moet tijdig worden onderzocht en aan de curator kenbaar worden gemaakt. Bijkomstig voordeel van een geslaagd beroep op verrekening is overigens dat de crediteur feitelijk voorrang krijgt boven de andere concurrente crediteuren in het faillissement. Resteert er na verrekening nog een vordering op de boedel, dan zal de crediteur uiteraard voor dat bedrag moeten aansluiten in de rij van crediteuren en de afwikkeling van het faillissement moeten afwachten.
Heeft u vragen over het al dan niet kunnen verrekenen van uw schuld aan de boedel met een vordering op u van de curator, neemt u dan tijdig contact op. Wij zullen u graag adviseren.