Lege boedel? De curator strikes back!
De curator wordt betaald uit de opbrengsten van het faillissement. Als er geen baten zijn, dan ontvangt de curator ook geen salaris en komen de kosten van het faillissement voor zijn eigen rekening. Maar als er geen baten zijn, valt er ook niets te verdelen (vereffenen of liquideren) onder de schuldeisers. Dus wat heeft het dan voor zin om het faillissement aan te vragen?
Zo dacht curator mr. H. Schuurbiers uit Gorinchem er ook over. De bestuurder en enig aandeelhouder van JUVI BV had bij de rechtbank Rotterdam zelf het faillissement aangevraagd van JUVI BV. De rechtbank sprak het faillissement uit en benoemde Schuurbiers tot curator. Schuurbiers bestudeerde de administratie en besloot verzet in te stellen tegen het faillissementsvonnis, omdat er niet of nauwelijks baten waren en er niets te verdelen viel.
De rechtbank stelde allereerst vast dat het faillissement een liquidatieprocedure is ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. Daarom dient er getoetst te worden of er baten aanwezig zijn die onder de crediteuren verdeeld zouden kunnen worden.
De curator had niet geconstateerd dat er enige bate is of te verwachten is. Er zou volgens de bestuurder een vordering op de belastingdienst zijn van ca. € 300 i.v.m. een BTW-teruggave over boekjaar 2012 en 2013, maar die stond niet in de jaarrekening over 2013. Dat er in 2013 omzet is gemaakt, was niet gebleken. Bovendien vond de rechtbank die eventuele baat, net als het creditsaldo bij de ABN Amro Bank van € 41,55 minimaal, en – afgezet tegen alleen al de faillissementskosten – feitelijk te verwaarlozen.
Voorts had de curator geconstateerd dat er geen aanleiding was voor het instellen van een vordering op grond van bestuurdersaansprakelijkheid jegens de bestuurder, waaruit een eventuele bate voor de boedel zou kunnen voortvloeien. Door de bestuurder was ook niet aannemelijk gemaakt dat er nog andere baten ten gunste van de boedel waren.
De rechtbank concludeerde dan ook dat er geen baten waren. Het doen van een eigen aangifte tot faillietverklaring levert volgens de rechtbank in deze situatie misbruik van recht op. Er is namelijk een onevenredigheid tussen het belang bij de eigen aangifte tot faillietverklaring van JUVI BV en het belang van de curator om verschoond te blijven van een benoeming in een faillissement, waarbij op voorhand vaststaat dat alle kosten voor rekening van de curator zullen komen.
De rechtbank verklaarde het verzet daarom gegrond, vernietigde het faillissementsvonnis en veroordeelde de bestuurder (!) van JUVI BV tot betaling van de faillissementskosten van € 2.725 en de proceskosten van € 350 aan de curator.
Wat had de bestuurder dan moeten doen? Daarvoor biedt artikel 2:19 lid 4 BW een mogelijkheid. De aandeelhoudersvergadering kan de BV ontbinden. Als de BV geen baten heeft, houdt hij op dat moment op te bestaan. En dat is logisch, omdat er immers niets te vereffenen valt. De bestuurder van de BV dient hiervan melding te maken bij het handelsregister. Dit wordt in de praktijk een ‘turboliquidatie’ genoemd. Zie hierover echter de bijdrage van mijn kantoorgenoot Ton Tekstra.
Blauw Tekstra Uding Advocaten heeft uitgebreide ervaring bij het aanvragen van faillissementen of juist het voorkomen daarvan. Indien u hierover geadviseerd wil worden, neem dan contact op met onze deskundige advocaten.
De besproken uitspraak kunt u hier lezen.