De Hoge Raad als vraagbaak
Het is sinds 1 juli 2012 mogelijk voor de feitenrechter om een prejudiciële vraag te stellen aan de Hoge Raad. Waar bij een prejudiciële vraag over het algemeen wordt gedacht aan de Nederlandse rechter die een vraag stelt aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, is dit nu dus ook mogelijk binnen de Nederlandse rechtsorde. Hiermee heeft de wetgever een extra cassatie route geopend.
De prejudiciële vraag kan gesteld worden op verzoek van een partij of ambtshalve, indien een antwoord op deze vraag nodig is voor de eindbeslissing, en van belang is voor beslechting van talrijke andere uit soortgelijke feiten voortvloeiende geschillen.
De eerste prejudiciële vraag ooit werd in augustus 2012 voorgelegd aan de Hoge Raad en begin deze maand lag er al een uitspraak. Aan de orde was de vraag of een notariële hypotheek akte tevens een executoriale titel oplevert voor de, na uitwinning van het hypotheekrecht overgebleven restantvordering, die voortvloeit uit een overeenkomst van geldlening die ten tijde van het verleiden van de hypotheek akte reeds bestond. Enerzijds was de deurwaarder van mening dat dit niet het geval was. De lening was immers niet met zo veel woorden omschreven in de hypotheek akte. De Rabobank anderzijds, stelde zich op het standpunt dat in de akte stond vermeld dat de hypothecaire zekerheid was gesteld voor al hetgeen de bank van de crediteur te vorderen had.
De Rabobank trok deze keer aan het kortste eind. De Hoge Raad oordeelde dat het een vergaande en ingrijpende bevoegdheid is om een notariële akte, zonder tussenkomst van een rechter, te mogen executeren. Deze bevoegdheid is alleen dan aanvaardbaar indien de vordering waarvoor deze is verleend met voldoende bepaaldheid in de hypotheekakte is omschreven.
Het mag duidelijk zijn dat het nu aanzienlijk makkelijker en goedkoper is om een 'uitspraak' te krijgen van de Hoge Raad. De reguliere weg naar de Hoge Raad, langs twee feitelijke instanties, kan al snel tien jaar in beslag nemen. Het was gelukkig al mogelijk om, doormiddel van sprong cassatie, één feitelijke instantie over te slaan en het geschil direct na de rechtbank aan de Hoge Raad voor te leggen. Hoewel dit flinke tijdswinst oplevert kan het nog steeds jaren duren voordat er een uitspraak van het hoogste gerecht ligt. Na een prejudiciële vraag is er al na een half jaar een uitspraak van de Hoge Raad. Daar moet de feitenrechter natuurlijk nog wat mee, maar dat zou niet lang moeten duren.
Je zou in dit geval bijna van bliksem cassatie kunnen spreken. Eens kijken of de Hoge Raad dat tempo kan volhouden...