Informatief: zekerheidsrechten, het pandrecht

Crediteuren hebben verschillende mogelijkheden om zekerheid voor de betaling van hun vorderingen te bewerkstelligen. Het pandrecht op een roerende zaak is hiervan een voorbeeld. Indien de debiteur zijn verplichting uit bijvoorbeeld een geldlening niet nakomt kan de crediteur zijn vordering verhalen op de opbrengst van het goed waarop dit zekerheidsrecht rust. De debiteur die om zekerheid te bieden zijn goed met pand bezwaart heet de pandgever. De crediteur wordt de pandhouder genoemd.

Voordelen voor crediteur

Het vestigen van een pandrecht brengt voor de pandhouder verschillende voordelen met zich mee, namelijk:

  1. Parate executie: indien de debiteur verzuimt zijn vordering te voldoen, heeft de pandhouder de mogelijkheid om zonder tussenkomst van de rechter het goed te verkopen;
  2. Voorrang: houders van een pandrecht hebben bij verhaal op goederen van de debiteur voorrang boven gewone schuldeisers;
  3. Separatist: indien de debiteur failliet gaat kan de pandhouder zijn rechten uitoefenen alsof er geen faillissement is;
  4. Ondeelbaar: het pandrecht zal niet vervallen indien de vordering slechts voor een gedeelte voldaan is.
     

Vestiging pandrecht
Voor de vestiging van een recht van pand is het volgende noodzakelijk

1: Geldige titel: het gaat hier om de rechtsverhouding die de vestiging van het pandrecht rechtvaardigt, oftewel wat is de grondslag van de overdracht. Normaliter is de dit de verbintenis die voortkomt uit een overeenkomst waarbij de pandgever zich verbond tot het verstrekken van de zekerheid.

2: Beschikkingsbevoegdheid van de pandgever: de pandgever moet bevoegd zijn de zaak te verpanden. Een pandgever is bijvoorbeeld onbevoegd wanneer de in pand gegeven zaak hem niet toebehoort.

3: Vestigingshandeling: dit kan door de te verpande zaak in de macht van de pandhouder te brengen of door middel van het opmaken van een notariële of onderhandse akte. De onderhandse akte moet echter wel geregistreerd te worden bij de Belastingdienst. Op deze wijze kan men het moment van vestigen vast stellen. Een pandrecht kan tevens gevestigd worden bij authentieke akte of geregistreerde onderhandse akte waarbij wij u van dienst kunnen zijn.

Vuistpand en stilpandrecht
Op roerende zaken kunnen twee soorten pandrecht gevestigd worden, namelijk een vuistpand en een stilpandrecht. Indien de verpande zaak uit de macht van de pandgever in die van de macht van de pandhouder worden gebracht heet dit vuistpand. Deze wijze geeft extra zekerheid voor de pandhouder doordat hij de macht heeft over de zaak. In de praktijk wordt echter meer gebruik gemaakt van een stil pandrecht middels notariële of onderhandse akte. Bij een stil pandrecht blijft de zaak namelijk op zijn plek en is het niet te zien dat hier een pandrecht op rust. De pandgever kan zijn zaak op deze wijze ook blijven gebruiken.

Wij beantwoorden graag uw vragen over pandrecht op roerende zaken en zijn graag behulpzaam bij het opstellen van  de noodzakelijke documentatie.